Internazionale is zaterdagmiddag in het eigen Giuseppe Meazza tegen zijn eerste nederlaag van het seizoen aangelopen. Middenmoter Udinese was dankzij onder meer een rake strafschop met 1-3 te sterk voor de ploeg van Luciano Spalletti, die voor aanvang van het duel i Zebrette met twaalf zeges en vier gelijke spelen uit de eerste zestien wedstrijden nog ongeslagen was. Napoli en Juventus krijgen later in het weekend de kans om de koploper voorbij te gaan.

De eerste kansen waren via Matias Vecino en Ivan Perisic nog voor de koploper, maar balverlies achterin van Davide Santon leidde na een kwartier tot de openingstreffer voor de bezoekers. Silvan Widmer haalde de achterlijn en zette voor, waarna Kevin Lasagna een simpel intikkertje restte. Lang hadden i Nerazzurri echter niet nodig om van de schrik te bekomen, want Mauro Icardi herstelde met een harde volley twee minuten later alweer het evenwicht.

Voor Udinese was het in het restant van de eerste helft vooral tegenhouden en Borja Valero, Marcelo Brozovic, opnieuw Perisic en Antonio Candreva slaagden er niet in om Albano Bizzarri te passeren. Na de thee kreeg Lasagna al snel weer een kans om toe te slaan: de Italiaan mikte zijn schot echter recht op Samir Handanovic, die eenvoudig redding kon brengen. Waar Inter in de eerste helft nog een flink aantal kansen wist te creëren, slaagde de thuisploeg er in de tweede minder goed in om een gat te vinden in de verdediging van Udinese.

Een handsbal van Davide Santon deed de Milanezen uiteindelijk de das om: na raadpleging van de videoscheidsrechter mocht Rodrigo De Paul aanleggen van elf meter en hij liet Handanovic met een knal in de rechterbovenhoek kansloos. Via een poging op de lat van Milan Skriniar kwam Inter in de slotfase nog dicht bij de gelijkmaker, maar even later was het nog een keer raak aan de overkant. Antonín Barák kon na een snelle tegenstoot raakschieten na een perfecte voorzet van Jakub Jankto.