Pablo Rosario is sinds dit seizoen de aanvoerder van PSV, maar dat betekent niet dat de middenvelder gevrijwaard is van kritiek. De jonge PSV'er, die onlangs scoorde in de Europa League tegen Rosenborg BK (1-4), geeft toe dat de soms forse kritiek van buitenaf zeker wat met hem doet. Rosario richt zich echter voornamelijk op de feedback die hij krijgt van mensen dichtbij hem, zoals trainer Mark van Bommel.
De 22-jarige controleur snapt wel waarom zijn spel deze jaargang onder een vergrootglas ligt. "Ik kan toch moeilijk gaan ontkennen dat ik slecht gespeeld heb?", vraagt Rosario zich af in gesprek met Voetbal International. "Alle wedstrijden worden gefilmd, als ik dan nu zou zeggen dat ik altijd goed speel, houd ik mezelf voor de gek. Als het niet goed genoeg is, ben ik de eerste die zal zeggen dat het beter moet. Tegelijkertijd weet ik ook heel goed wat ik kan, wat mijn kwaliteiten zijn." De fysiek sterke middenvelder kwam tot dusver tot achttien duels in alle competities voor PSV.
De onervaren aanvoerder is desondanks behoorlijk geschrokken van de harde woorden aan zijn adres. "Ik lees bijna alles, want ik ben een gewone Nederlandse jongen en vind het leuk om bij te blijven, maar ik kreeg begin dit seizoen op een gegeven moment bijna het idee dat mensen dachten dat ik met opzet slecht speelde, zo erg was het", verzucht Rosario, die met PSV zaterdag tegenover FC Utrecht staat. "Nou, zo is het echt niet. Ik werk er elke dag keihard voor, alleen loopt het soms even niet zoals je wilt. Maar de kritiek hoort erbij."
Rosario koestert het vertrouwen dat Van Bommel en de overige leden van de technische staf hem schenken. "De trainer heeft niet voor niets zoveel vertrouwen, hij ziet iets in me. Die gedachte geeft mij de kracht om me door een mindere periode te vechten", aldus de eenmalig international van Oranje, die snapt dat de voetbalwereld bol staat van de meningen. "Echt, dat vind ik prima. Maar de mening van de trainer en de mensen met wie ik elke dag werk bij PSV vind ik het belangrijkste."