Jens Toornstra contrasteert in alles met de voetbalwereld. De middenvelder van Feyenoord is nog steeds van mening dat mensen in de verpleging een veel belangrijkere baan hebben dan hijzelf en dat ze daarom wel wat meer mogen verdienen. Als ambassadeur van de Dirk Kuyt Foundation toont Toornstra, die op relatief late leeftijd prof werd, sowieso al maatschappelijke betrokkenheid.
"Ik kan me er nog steeds wel over verbazen dat Neymar wordt verkocht voor 222 miljoen euro. Anderzijds: voor mij betaalde Feyenoord ook enkele miljoenen aan FC Utrecht. De gedachte dat ik zo'n prijs waard ben, tja, een heel gek idee natuurlijk", zo erkent Toornstra in gesprek met het Algemeen Dagblad. De middenvelder verwondert er zich nog steeds over dat hij, als jochie dat al idolaat was van Feyenoord, het tenue van de club uit Rotterdam over de schouders mag trekken.
"Mijn vader heeft hetzelfde. Mijn moeder vertelde me laatst toevallig dat hij haar tijdens wedstrijden soms zomaar op de schouders tikt en dan toefluistert: 'Wat mooi hè, dat Jens Feyenoorder is?' Prachtig, toch?" Toornstra voetbalt naar eigen zeggen 'bij de mooiste club ter wereld' en heeft altijd kippenvel op zijn armen. "Er zijn miljoenen Nederlanders die geen leuk werk hebben, of zelfs werkloos zijn. Zij mogen klagen. Niet ik, als ik een keer reserve sta."
De landstitel zorgt ervoor dat Feyenoord dit seizoen in het hoofdtoernooi van de Champions League staat. Zo kan het maar zijn dat de man die in 2009 nog vakkenvuller was in de Dirk van den Broek over enkele weken wellicht tegenover Lionel Messi of Cristiano Ronaldo staat. "Ja, ongelooflijk hè. Heb je het weer: ik blijf me maar verwonderen over al dat moois dat ik meemaak."