Napoli heeft de titelstrijd in de Serie A zondagavond nieuw leven ingeblazen. I Partenopei hadden een overwinning bij Juventus nodig om het onderlinge gat terug te brengen tot een punt, maar die zege leek er aanvankelijk niet te komen. Pas in de laatste minuut van de reguliere speeltijd maakte Kalidou Koulibaly het verschil: 0-1. Juventus probeerde de hele wedstrijd de 0-0 vast te houden, maar kreeg het deksel dus toch op de neus.

Het was een tactisch steekspel in de eerste helft. Napoli toonde aanvallende intenties, maar werd verdienstelijk in bedwang gehouden door Juventus. Ondanks een overwicht aan balbezit kreeg Napoli weinig kansen tegen het compact opererende Juventus. De thuisploeg kreeg in de tiende minuut wel een domper te verwerken, toen Giorgio Chiellini geblesseerd afhaakte. Stephan Lichtsteiner was zijn vervanger en ging als rechtsback spelen; Benedikt Höwedes verhuisde naar het centrum van de achterhoede.

Na zestien minuten was Juventus dicht bij het openingsdoelpunt: een vrije trap van Miralem Pjanic werd van richting veranderd door José Callejón en belandde op de paal. Uit de daaropvolgende corner probeerde Gonzalo Higuaín het zonder succes met een volley. Aan de overzijde tikte Gianluigi Buffon een gevaarlijk schot van Mário Rui weg, terwijl Marek Hamsik het vizier niet op scherp had staan. Een doelpunt van Lorenzo Insigne werd afgekeurd wegens een buitenspelsituatie en dus bleef het voor rust bij 0-0.

Die stand bleef in de tweede helft langdurig staan, tot genoegen van Juventus. Napoli leek niet in staat om de zwart-witte muur te slechten en moest zich beperken tot afstandsschoten. De bezoekers probeerden wel geduldig te spelen in de zoektocht naar een opening, maar die kwam er zelden. Een grote kans was er kort na rust voor Hamsik, na goed voorbereidend werk van Lorenzo Insigne. De Slowaak schoot echter in het zijnet. Juventus had het punt al bijna binnen, toen Koulibaly raak kopte uit een hoekschop.