Napoli heeft zaterdag de eerste zege in bijna twee weken geboekt. Na de doelpuntloze remise tegen AC Milan (0-0) in de Serie A en de eliminatie door dezelfde Milanezen (2-0) in de Coppa Italia was de ploeg van Carlo Ancelotti een maatje te groot voor Sampdoria, dankzij treffers van Arek Milik, Lorenzo Insigne en Simone Verdi: 3-0. Fabio Quagliarella kon het gedeelde Serie A-record van Gabriel Batistuta, elf trefzekere Serie A-duels op rij in één seizoen, niet breken.

Napoli legde in de eerste helft de basis voor de overwinning en slaagde er zodoende voor het eerst sinds 1997/98 in om in één Serie A-seizoen zowel thuis als uit van de club uit Genua te winnen. Het team van Ancelotti domineerde in de eerste 45 minuten en nam na 25 minuten de leiding: na goed voorbereidend werk van Marek Hamsik en José Maria Callejón schoot Milik de bal hoog achter doelman Emil Audero: 1-0.

Nog geen minuut later volgde reeds de 2-0. Op aangeven van Callejón schoot Insigne het leer met een akelige precisie in de hoek en maakte hij daarmee een einde aan zijn doelpuntloze reeks sinds 6 november 2018. Quagliarella had enkele malen de 2-1 op zijn schoen, maar Kalidou Koulibaly zette tijdig een tackle in en Nikola Maksimovic veranderde zijn halve volley van richting. Laatstgenoemde was de reden dat een tweede treffer van Milik voor rust werd afgekeurd: de verdediger stond buitenspel in de opbouw.

In de tweede helft leunde Napoli op de voordelige marge en probeerde Sampdoria terug in het duel te komen. De bezoekers kwamen uiteindelijk niet verder dan een inzet van Bartosz Bereszynski tegen het aluminium, ook omdat Quagliarella op een eiland stond én in de tang zat bij Maksimovic en Koulibaly. Verdi zette in de slotfase vanaf elf meter de 3-0 op het scorebord, na een handsbal van Joachim Andersen. Door de zege komt Napoli op acht punten van Juventus, maar de koploper van de Serie A speelt later op de avond nog een thuiswedstrijd tegen Parma.