Frenkie de Jong stal zondag show tijdens de topper tussen Ajax en PSV (3-0) als inschuivende verdediger, een stokoude speelwijze. De Jong zelf denkt dat zijn toekomst op het middenveld ligt, maar daar denken oud-voetballers als Arie Haan en Walter Meeuws anders over. Haan was ook een inschuivende verdediger, tijdens het WK van 1974 en ook in zijn laatste seizoen bij Ajax alvorens hij naar Anderlecht ging.
"Ik vind die knul echt een openbaring", zo vertelt Haan dinsdag in gesprek met het Algemeen Dagblad. "Ik heb echt van hem genoten tegen PSV. Nu ga je misschien lachen: hij is een betere versie van Franz Beckenbauer. En dat moeten mensen wel goed interpreteren. Wat ik vooral bedoel: hij heeft óók nog snelheid en passeert zo makkelijk. Een enorm wapen."
PSV gaf De Jong zondag alle ruimte en de kans is dan ook groot dat de volgende tegenstanders van Ajax dat niet gaan doen. "Nee, die krijgt natuurlijk 'een vent' op zich. Maar dat hoeft helemaal niet uit te maken", zo verzekert de oud-international van het Nederlands elftal. "Dan komt Lasse Schöne weer vaker vrij. En als ook hij wordt vastgezet, ontstaat er daar achter weer ruimte."
Meeuws speelde één seizoen bij Ajax als inschuivende verdediger. De Belg stelt dat Ajax altijd een club is geweest met creatieve oplossingen en geesten. "Het gaat om de accenten die je legt. Voel je in het veld dat je als libero geen risico moet nemen, dan blijf je achterin en schuif je incidenteel in."
De vraag is natuurlijk of Ajax vanwege het systeem niet enorm kwetsbaar zal zijn. "Met het voetballende vermogen van Ajax moet dit systeem, zeker in de Nederlandse competitie, elke week kunnen", zo stelt Haan. "Het vergt extreme concentratie van de verdedigers. Maar Matthijs de Ligt en die Oostenrijker Max Wöber bevallen mij zeer."