Napoli heeft zondagmiddag ternauwernood een zege geboekt. Het team van Maurizio Sarri won voor het eerst in de geschiedenis van de Serie A een uitwedstrijd tegen Empoli, dat na 38 minuten al tegen een 0-3 achterstand aan keek maar toch nog voor een spannende slotfase zorgde: 2-3. Lorenzo Insigne nam twee treffers voor zijn rekening, maar het hoogtepunt was zonder meer de treffer van Dries Mertens.

Napoli legde in de eerste helft op indrukwekkende wijze de basis voor de zege. Mertens liet in de zevende minuut echter na om voor de 0-1 te zorgen. Lukasz Skorupski keerde de elfmetertrap van de Belg, die even daarvoor op de rand van het strafschopgebied was onderuit gehaald door Andrea Costa. Twaalf minuten later zorgde Insigne alsnog voor de 0-1, na een misstap van Costa na een voorzet van Faouzi Ghoulam.

Mertens maakte zijn gemiste strafschop meer dan goed. De smaakmaker van i Partenopei schoot de bal uit een vrije trap op schitterende wijze tegen de touwen, al kreeg Skorupski nog wel zijn hand ertegenaan. Een charge van Manuel Pasqual op José Maria Callejón betekende enkele minuten voor rust een tweede strafschop voor het bezoek: Insigne nam de verantwoordelijkheid op zich en faalde niet.

In de tweede helft leek de voorsprong van Napoli niet meer in gevaar te komen, maar in de laatste twintig minuten kwam Empoli goed terug. Omar El Kaddouri maakte de 1-3 tegen zijn ex-werkgever: in zijn honderdste Serie A-duel mikte hij een vrije trap over het hoofd van Allan én achter José Manuel Reina: 1-3. Na een overtreding van Ghoulam op Rade Krunic maakte Massimo Maccarone er vanaf elf meter zelfs 2-3 van. Hoewel Maccarone daarna nog de 3-3 op de schoen had, stapte Napoli toch als winnaar van het veld. Napoli heeft nu zeven punten minder dan Juventus, dat later vandaag uit bij Sampdoria speelt.