Quincy Promes kan met twaalf doelpunten in de Eredivisie en vier treffers in de Champions League terugkijken op een productief debuutseizoen bij Ajax. De vorig jaar voor ruim vijftien miljoen euro van Sevilla overgenomen aanvaller moest echter wel een deel van de wedstrijden van de Amsterdammers missen door een aantal blessures en hoopt hier in de toekomst minder last van te hebben.
"Ik hoorde van alle kanten dat ik gemist werd en dat is ook zo", vertelt hij donderdag in het seizoensoverzicht van FOX Sports. "Ik neem het mezelf wel kwalijk dat ik dit seizoen drie blessures heb gehad. Dat heb ik bijna nooit gehad in mijn loopbaan. Het betekent dat ik mijn lichaam nog beter moet verzorgen om zulke blessures niet meer te hebben. Dan zal ik het team ook niet meer benadelen."
De Oranje-international kwam in de voorbereiding op het afgelopen seizoen met hoge verwachtingen binnen bij de club waar hij ook een deel van zijn opleiding genoot. Promes moest in eerste instantie echter geduld tonen en werd een aantal keer op de bank gezet door trainer Erik ten Hag: "Ik ben geen speler meer die gaat zeggen: 'Ik moet spelen.' Nee, je moet het eerst laten zien. Als je je dat realiseert en je werkt keihard, dan komt je kans vanzelf", blikt hij terug.
"De trainer weet wat ik kan. Ik had vrede met mijn rol. Je moet vechten voor je plek, ook volgend jaar weer. Het is nooit dat je de 'grote meneer' bent bij Ajax. Je moet het altijd laten zien." Promes wist bij binnenkomst dan ook al dat het niet makkelijk zo gaan worden: "Ik kwam in een draaiend team. De voorste vier hadden het seizoen ervoor bewezen dat ze van topniveau waren." In het Champions League-duel met Lille OSC, waarin Promes wist te scoren, volgde echter het kantelpunt: "Vanaf toen ging ik los."