Cristiano Ronaldo speelde zaterdagavond geen hoofdrol in de Champions League-finale, maar is wel gelukkig met zijn prestaties in het gehele toernooi. Met vijftien doelpunten bleef hij de concurrentie ver voor op de topscorerslijst: Mohamed Salah, Sadio Mané en Roberto Firmino, allemaal aanvallers van Liverpool, maakten er tien.
Ronaldo won de Champions League in 2008 voor het eerst met Manchester United. Vervolgens legde hij in 2014, 2016, 2017 en 2018 met Real beslag op de Cup met de Grote Oren. Hij stelt na de 3-1 zege op Liverpool voor om het toernooi naar zichzelf te vernoemen. "Wie is ook alweer de topscorer?", vroeg hij na afloop in de Spaanse media. "De Champions League zou van naam moeten veranderen en de CR7 Champions League moeten heten. Ik heb er vijf gewonnen en ik ben opnieuw topscorer, dus ik kan niet verdrietig zijn."
Na afloop van de wedstrijd vertelde Ronaldo dat het 'leuk was' om voor Real te spelen, waardoor meteen speculatie over zijn toekomst ontstond. De 33-jarige aanvaller gaf later aan dat hij andere woorden had moeten kiezen. "Het gaat nu niet om de persoonlijke situatie van een speler", zei Ronaldo. "Mijn uitspraken zijn misschien uit hun context gehaald, maar ik had misschien ook niet moeten zeggen wat ik heb gezegd."