Giovanni van Bronckhorst krijgt vaak kritiek op zijn media-optredens: de hoofdtrainer van Feyenoord praat wel, maar zegt niet veel. De terughoudendheid van Van Bronckhorst heeft een verklaring. Hij weet als geen anders dat klein nieuws snel groot kan worden. Af en toe niks zeggen, is iets wat hij heeft geleerd. Bijvoorbeeld als er iets is met een speler. "Ik moet alles de revue laten passeren en dan zeg ik wel iets."
Van Bronckhorst vindt zichzelf niet meer zo gesloten als vroeger. "Ik ben heel behoedzaam in interviews en persconferenties, om dingen te beschermen", vertelt de oud-voetballer in een interview met NRC. Aanschuiven bij talkshows als Studio Voetbal en De Tafel van Kees is niet zijn ding. "Het seizoen gaat zo snel. Vorig seizoen lijkt net of het eergisteren was. Zes keer per week ben je op tv. Ze kunnen alles vragen wat ze willen, op de persconferentie."
Meer: De 15 namen die Arne Slot deze zomer kunnen opvolgen bij Feyenoord
"Dan kies ik liever twee of drie dingen in een seizoen uit waarvan ik denk: dat wil ik wel een keer doen, maar meer ook niet. Want als je naar de een gaat, moet je ook naar de ander." Van Bronckhorst bouwt bewust een muur om zich heen. "Dat moet wel. Ik heb mijn tijd en energie nodig voor heel veel andere dingen." Hij vindt het leuk over voetbal te praten. "Tot ze over jou gaan praten. Dat is hetzelfde met roddelbladen, iedereen leest ze, totdat je er zelf in staat, dan vind je het niet leuk meer. Dat zeg ik ook vaak tegen mensen, dan zeggen ze: dat hoort erbij. Dat klopt. Maar hoe zou jij het vinden als veel mensen het over jouw functioneren hebben op je werk, elke dag."
"Er zijn drie, vier praatprogramma's en vijf, zes kranten die over jou schrijven dat jij iets niet goed doet. Sommige mensen hebben daar geen benul van hoe dat voelt", besluit Van Bronckhorst. "Het hoort erbij, je bent verantwoordelijk voor de club, voor de prestaties. Dat vind ik ook geen probleem. Het is alleen: hoe ga je ermee om."