Atlético Madrid heeft voor het eerst een wedstrijd in competitieverband verloren in het Wanda Metropolitano. De ploeg van Diego Simeone speelde zondag een beroerde wedstrijd tegen Espanyol en werd daarvoor bestraft: 0-2. Atlético, dat in de Copa del Rey en de Champions League wel al eens verloor in de nieuwe thuishaven, staat tweede met vier punten voorsprong op Real Madrid. De stadsgenoot heeft nog twee duels tegoed.

Ontmoetingen tussen Atlético en Espanyol zijn zelden goed voor veel doelpunten. In de voorgaande tien onderlinge competitiewedstrijden werd slechts dertien keer gescoord en ook zondag viel er voor de neutrale toeschouwer weinig te genieten. Een gezapige eerste helft met weinig kansen aan weerszijden bleef verstoken van goals. Vitolo, die na 27 minuten geblesseerd uitviel, had in de 22ste minuut de beste kans voor Atlético gekregen. Hij schoot rakelings naast. Aan de overzijde moest Jan Oblak de bal tegen de paal tikken na een afstandsschot van Gerard Moreno.

Meer: Racistisch gedrag richting Nico Williams smet op belangrijke zege Atlético

In de tweede helft werd toch gescoord. Espanyol kwam op voorsprong na een van richting veranderd schot van Oscar Melendo, net binnen het strafschopgebied. Het leer ketste af tegen het hoofd van Stefan Savic en daardoor was Oblak volledig kansloos. Na het doelpunt voorkwam Oblak erger met twee knappe reddingen, maar dertien minuten voor tijd werd het alsnog 0-2. Espanyol profiteerde van het gebrek aan inspiratie bij Atlético en scoorde via een krachtig schot van Léo Baptistão in de hoek. Barcelona is nu de enige club die dit seizoen niet onderuitging voor eigen publiek.