Ajax gaf dinsdagavond in het laatste half uur van de uitwedstrijd bij Standard Luik een riante uitgangspositie voor een plaats in de play-offs van de Champions League uit handen. Het elftal van Erik ten Hag kon niet voorkomen dat de thuisploeg zich van 0-2 terug knokte tot 2-2. Ajax leek in de eerste helft juist aan de hand van Dusan Tadic op de drempel van de play-offs te belanden, met een ruststand van 0-2 als gevolg.
"Vooraf zou je hier blij mee zijn, maar als je met 0-2 de rust in gaat en de kansen ziet die je mist... Ik denk dat we heel onnauwkeurig werden aan de bal, ook in de afwerking. Dan is dat doodzonde," vertelde Ten Hag in gesprek met Ziggo Sport. "Dan geef je aan het eind nog een strafschop toe. Dat is dan doodzonde dat je uiteindelijk 2-2 speelt. Het is een goed resultaat, maar er had veel meer ingezeten."
Meer: Keuze van Ajax nadert: nog maar twee trainers in beeld in Amsterdam
Tadic schonk even na rust Hakim Ziyech een riante kans op 0-3, maar de middenvelder miste. De sterk spelende Mehdi Carcela tekende in de 67e minuut voor 2-1. Een paar minuten later ontsnapte Ajax toen invaller Renaud Emond op de paal kopte. Diezelfde Emond benutte ver in blessuretijd een strafschop. "Ze gaan meer komen, ze moeten. Ze gaan volle bak en dan moet je meer balbezit houden. Ze gaan dan uit de organisatie spelen. Dan is het makkelijker om erdoor te spelen en nog meer kansen te creëren, maar daar kwamen we niet aan toe", zo vervolgde Ten Hag.
"We waren de bal in een aantal gevallen veel te snel kwijt en dan moesten we terug. Zonder veel weg te geven, want het was een schot en een penalty. De defensieve organisatie stond gewoon goed, maar het is doodzonde als je 0-2 voorstaat en ziet welke ruimtes er in de tweede helft liggen." Ten Hag ontkende dat hij gefrustreerd overkwam. "Nee, dat is geen frustratie. Ik denk dat we hele goede dingen hebben gezien. Vooraf ben je heel blij met dit resultaat als je hier 2-2 speelt. Dit moeten we meenemen en leren van de tweede helft voor volgende week. Dan zijn we weer een week verder en zijn we meer op krachten gekomen."